Objecten vastzetten, raster en vergrendelen
Wanneer je rechts op de knop Pagina klikt, verschijnt er een menu waarmee je alle objecten op de pagina kunt vergrendelen en bekijken, het raster kunt inschakelen en snapobjecten kunt gebruiken om je te helpen bij het plaatsen van objecten.
Snappen
Standaard is het vastklikken in de software ingeschakeld om je te helpen objecten gemakkelijk op pagina's te plaatsen. Je kunt Automatisch objecten aan randen vast klikken in- of uitschakelen in het menu Instellingen onder Ontwerp.
Als deze optie is ingeschakeld, zal een object dat je dicht bij een ander object plaatst, zich automatisch uitlijnen met de rand of het midden van dat object. Hetzelfde geldt wanneer een object de rand van het fotoproduct nadert. Er verschijnen richtlijnen om de uitlijning en de afstand tussen objecten aan te geven. Dit is vooral handig voor het nauwkeurig positioneren van objecten ten opzichte van elkaar.
Je kunt een specifieke afstand instellen waarmee bij het vastleggen rekening moet worden gehouden. In het menu Pagina, onder de sectie Afstand tussen pagina-elementen, vind je drie ingangen waarmee je de afstanden kunt definiëren waarmee rekening moet worden gehouden wanneer objecten verschillende elementen naderen:
- Afstand: Afstand waarmee rekening wordt gehouden bij het naderen van andere objecten.
- Afstand paginamarge: Afstand waarmee rekening wordt gehouden bij het naderen van de rand van de pagina.
- Afstand paginamidden: Afstand die in acht wordt genomen bij het naderen van het midden van de pagina.
Raster
Standaard is er geen raster geselecteerd in het vak Raster. Als je op dit vak klikt, kun je een raster van 0,5 cm, 1 cm of 2 cm activeren. Als je een van deze opties selecteert, verschijnt er een blauw raster op het fotoproduct van de gekozen grootte als hulp bij het plaatsen van objecten. Je kunt ook je eigen waarden invoeren in het invoerveld om je eigen rastergrootte te definiëren. Houd er rekening mee dat dit raster alleen als richtlijn dient en niet op je eindproduct wordt afgedrukt.
Als je het selectievakje Vastmaken aan raster inschakelt, worden objecten vastgemaakt aan het raster wanneer ze worden verplaatst of de grootte ervan wordt aangepast.
Lagen
In dit gedeelte vind je alle objecten die op de pagina zijn geplaatst. Je hebt de mogelijkheid om objecten te vergrendelen, zodat ze niet kunnen worden verplaatst als ze zijn geselecteerd. Dit is handig als je nog bezig bent met het plaatsen van objecten, maar bepaalde objecten op hun plaats wilt houden. Door ze te vergrendelen, zorg je ervoor dat deze objecten op hun aangewezen positie blijven terwijl je andere objecten vrij kunt verplaatsen. Om een object te vergrendelen of te ontgrendelen, klik je op het slotpictogram rechts van het object.